Wat is en doet een teek bij honden?
Een teek is een spinachtig insect die vooral in bossen, struiken, gras, duinen, heide en parken leeft.
De meeste soorten hebben onopvallende kleuren als bruin en zwart. Het kleine zwart-bruine dier kan niet springen of vliegen. Ze kruipen of klimmen op mensen en dieren, zogenaamde gastheren en hebben bloed nodig om zich voort te kunnen planten. Er komen wereldwijd verschillende soorten teken voor.
Een duidelijk kenmerk van een teek is dat er geen scheiding tussen kopborststuk en achterlijf bestaat. Tot de eerste vervelling hebben de larven zes poten. Daarna heeft de teek net als andere spinachtigen acht poten. De poten zijn in vergelijking met andere spinachtigen klein.
De kop van de teek is zeer klein en nauwelijks zichtbaar en heeft verschillende monddelen. De zuigsnuit doet denken aan een tong en bestaat uit een met weerhaken getand steekorgaan.
De drie belangrijkste verschillen tussen insecten en teken zijn:
Insecten hebben drie lichaamssegmenten, maar teken hebben er twee;
Volwassen insecten hebben zes poten, maar volwassen teken hebben er acht;
Insecten hebben vleugels en antennes, maar teken hebben die niet.
Het lichaam van een teek is in normale toestand slechts een paar millimeter groot. Het heeft van boven een ronde tot ovale vorm en is, van opzij gezien, plat.
In volgezogen toestand ziet een teek er bijna bolrond uit en kan meer dan een centimeter groot zijn. Dit is mogelijk dankzij de extreem rekbare huid. Hierdoor kan een volwassen vrouwtje tien keer het eigen lichaamsgewicht aan bloed opzuigen. De teek heeft in ieder stadium bloed nodig.
Levenscyclus van een teek
Teken voeden zich met het bloed van zoogdieren, de zogenaamde "gastheren".
Het ei-stadium is passief en voedt zich niet.
Elk volgend stadium - zoals hieronder op de afbeelding aangegeven - voedt zich slechts eenmalig, en ondergaat daarna een rustperiode waarin het volgende stadium ontstaat.
De volwassen mannetjes en vrouwtjes paren. Doorgaans paren zij op de gastheer.
Nadat het mannetje en vrouwtje hebben gepaard zuigt het vrouwtje zich vol met bloed en zwelt haar lichaam op.
Het vrouwtje zet na haar laatste bloedmaaltijd een aanzienlijk percentage van haar lichaamsgewicht (50 procent of meer) in eieren om en produceert dan honderden tot enige duizenden eieren voor zij sterft.
Een volgezogen vrouwtje steek kan wel tot 10x haar eigen lichaamsgewicht aan bloed opzuigen tot wel 1 centimeter groot.
Mannetjes kunnen meerdere keren paren met vrouwtjes en hebben geen bloed nodig. Zij zullen dus ook niet bijten.
In het volgende voorjaar komen de larven uit, die zich voeden op kleine knaagdieren zoals muizen en vogels. Aan het einde van de zomer vervellen de larven tot nimfen, die in winterrust gaan.
Een teek kan in het larvestadium nog geen ziektes overbrengen, in tegenstelling tot nimfen, die kunnen al diverse ziektes met zich meebrengen.
Na de vervelling van de larve zoekt de nimf naar een nieuwe gastheer, waarna het proces zich herhaalt: de teek klampt zich vast, zuigt bloed, laat zich op de bodem vallen en vervelt. Nu is de teek volwassen en wordt een derde maal een gastheer opgezocht.
Ditmaal wordt niet alleen bloed opgezogen bij bijvoorbeeld een hond, maar ook naar een partner gezocht waarna de paring plaatsvindt.
Je wilt niet dat jouw hond fungeert als gastheer van de teek, teken kunnen namelijk gevaarlijk zijn.
Zorg er dus voor dat je voldoende voorzorgsmaatregelen treft!