Als je een jonge hond of pup in huis neemt, dan ben je je waarschijnlijk goed aan het verdiepen in de materie omtrent honden en het vaccineren van puppy’s.
Als je een pup krijgt of misschien al hebt, dan is dat een moment waarop je veel informatie tot je krijgt en veel dingen op je gevoel doet.
Soms kan het lastige materie zijn en zeker als het gaat om: Wanneer moet je je pup inenten? Heb je een puppyschema voor inentingen of vaccinaties? Moet je je pup op 6, 9 en 12 weken inenten? Welke inentingen geef je je pup? Inentingen voor een pup en de prijs? Waar kan je de pup laten titeren? Hoe zit het met inentingen puppy hond en/of puppy vaccinaties?
Genoeg vragen om je verder in te verdiepen.
Daarom zullen we je aan de hand meenemen en meer uitleg geven over op welke manier je volgens ons een pup zou moeten laten enten.
Een pup en de natuurlijke bescherming in de vorm van antistoffen
Een pup is bij de geboorte erg kwetsbaar omdat het immuunsysteem nog niet helemaal ontwikkeld is. Het aantal antistoffen dat via de placenta van de moeder wordt overgebracht op de pup, is onvoldoende voor het ontwikkelen van een compleet gezond immuunsysteem.
Dat is ook de reden waarom pups bij de geboorte van de moederhond antistoffen meekrijgen. De antistoffen worden overgebracht van moeder naar pup via de eerste moedermelk en dit is voor pups ontzettend belangrijk. De pup wordt hierdoor immers beter beschermd tegen ziekten.
De moeder geeft – via de moedermelk welke ook het colostrum of de biest wordt genoemd – haar antistoffen door.
Dit wordt ook de maternale immuniteit genoemd.
Het kan ook zijn dat de moeder geen antilichamen heeft omdat ze bijvoorbeeld nooit is gevaccineerd of niet in aanraking is geweest met de ziekte waardoor het lichaam geen antistoffen heeft aangemaakt. In deze situatie worden er geen antistoffen mee gegeven, waardoor deze pups niet beschermd zullen zijn tot aan de eerste vaccinatie die aanslaat.
Het is, voor een fokker, dan ook belangrijk om de moederhond voor de dekking te testen op de aanwezigheid van antilichamen door middel van een titerbepaling. Waarover later meer.
De afweer die de pup krijgt via de eerste moedermelk neemt na de geboorte geleidelijk af, terwijl de eigen weerstand van de pup langzaam wordt opgebouwd.
Dit is ook direct het probleem die we bij vaccineren van pups tegenkomen met de huidige richtlijnen.
Wanneer een pup inenten en de huidige vaccinatierichtlijnen
Het doel van een vaccinatie is om je hond immuun te maken en te beschermen tegen bepaalde ziekten. Vaak wordt gedacht dat als een hond gevaccineerd wordt, dat hij vervolgens beschermd is en in alle gevallen antistoffen aanmaakt. Maar dit is niet altijd het geval.
Met de huidige vaccinatierichtlijnen in Nederland – die hieronder in de tabel te vinden zijn – worden pups meestal gevaccineerd op 6,9 en 12 weken. Vervolgens wordt de vaccinatie op 1 jarige leeftijd herhaald om er zeker van te zijn dat een vaccinatie daadwerkelijk aanslaat.
Richtlijnen vaccinaties hond eerste levensjaar volgens Universiteit Utrecht.
Core vaccinaties (volgens de Universiteit Utrecht) | 6 weken | 8-9 weken | 12-13 weken | 16 weken | 26-52 weken |
---|---|---|---|---|---|
Hondenziekte | + | | + | | + |
HCC | | | + | | + |
Parvo | + | + | + | (+)* | + |
Leptospirose | | + | + | | + |
*Indien hoog risico op infectie eventueel vaccinatie op 16 weken met core vaccins. Let op: met dit standaard schema maak je geen gebruik van de titerbepaling, wat een goed alternatief is.
De pups worden – met het huidige vaccinatiebeleid – 3 keer gevaccineerd omdat het bekend is dat door de natuurlijke bescherming vanuit de moeder, de vaccinatie op dat moment niet aan hoeft te slaan.
De reden waarom veel pups meerdere keren achter elkaar worden gevaccineerd, is als volgt:
- Bij een pup weten we niet precies – mits we geen titerbepaling gebruiken – wanneer de antistoffen van de pup onder de minimale beschermingsgrens zakt. Als er nog voldoende antistoffen zijn is er een grote kans dat de vaccinatie niet aan slaat;
- Door een pup op 6,9 en 12 weken te vaccineren heb je een kans dat een van de 3 vaccinaties wel aan slaat.
Het probleem is echter dat de meeste pups op 12 weken hun laatste vaccinaties krijgen toegediend. Doordat de maternale immuniteit van een pup tot 20 weken en zelfs langer kan duren, is er een kans aanwezig dat een pup onbeschermd rond loopt tot 1 jaar (moment van hervaccinatie).
Tussen de leeftijd van 12 weken en 1 jaar loopt de pup dus het risico om ziek te worden terwijl de eigenaar denkt dat de hond beschermd is.
Dat een vaccinatie niet altijd aanslaat blijkt uit onderstaande afbeelding:

In bovenstaande afbeelding is te zien dat een klein percentage pups (de witte vlakken) die gevaccineerd zijn op leeftijd 6,9 en 12-13 weken – volgens het hierboven getoonde vaccinatieschema – waarbij geen antilichaamtiters zijn gevonden tegen de ziekte. De honden met de donker en licht paarse kleur zijn beschermde antilichaamtiters gevonden na vaccinatie.
- CAV-1 (Besmettelijke leverziekte, HCC);
- CDV (Hondenziekte);
- CPV (Parvo).
Er is bij pups altijd een risicovolle periode, het immuniteitsgat.
Het immuniteitsgat bij pups is de periode waarin de hoeveelheid antistoffen in het bloed van de pup onder de minimale grens zakt en zijn bescherming erg laag of zelfs weg is. Dit is het moment dat een vaccinatie en wetende dat een vaccinatie enkele weken nodig heeft om te werken, komt de pup in een immuniteitsgat te zitten, een periode waarin deze onvoldoende beschermd is.
Het immuniteitsgat is zowel bij de titerbepaling als direct vaccineren even groot.
Vaccinatierichtlijnen volgens de WSAVA
Het zou volgens Hans van Brussel werkzaam bij NML health veel beter en meer verantwoord zijn om het huidige vaccinatieschema aan te passen naar de vaccinatierichtlijnen van de WSAVA (World Small Animal Veterinary Association).
De vaccinatie richtlijnen volgens de WSAVA:
Core vaccinaties (volgens WSAVA) | 8* weken | 12* weken | 16* weken | 26-52* weken |
---|---|---|---|---|
Hondenziekte | + | + | + | + |
HCC | + | + | + | + |
Parvo | + | + | + | + |
*Eerste 6-8 weken, herhaling iedere 2-4 weken tot 16 weken of ouder. Herhaling op 26 of 52 weken.
De WSAVA is een wetenschappelijke commissie, die wereldwijd richtlijnen uitzet met betrekking tot de vaccinaties van honden en katten. In deze richtlijnen staat vermeld dat het niet verstandig is om de laatste vaccinatie toe te dienen voor de leeftijd van 16 weken. Het is dus beter om iets later te beginnen met vaccineren en om de tijdstippen zo te spreiden dat het laatste vaccin op 16 weken wordt toegediend. Daarna zijn er 2 mogelijkheden:
- Een titerbepaling op 20 weken. Indien de uitslag positief is dan hoeft de hond geen extra vaccinatie te krijgen en kan het dier afhankelijk van de uitslag na een bepaalde periode opnieuw worden getiterd.
- De vaccinatie die normaal gesproken op 1 jaar wordt gegeven, te vervroegen naar 26 weken. Dit om te voorkomen dat een pup onbeschermd rondloopt tot de leeftijd van 1 jaar.
Een andere effectieve methode om veel minder te hoeven vaccineren is volgens Hans als volgt:
De pup vlak voordat deze het nest verlaat, een titerbepaling uit te voeren. Indien de titerbepaling aantoont dat de pup nog voldoende maternale antistoffen heeft, dan heeft een vaccinatie geen enkele zin. Als een pup wordt gevaccineerd vóórdat de antistoffen zijn verdwenen, dan maken de antistoffen in het lichaam van de pup de ziekteverwekkers in het vaccin (gedeeltelijk) onschadelijk. Vervolgens na ongeveer 2-3 weken opnieuw titeren.
Indien de antilichamen gedaald zijn onder het beschermende niveau en het niveau waarop een vaccinatie kan aanslaan, zal er gevaccineerd worden met de cocktail (distemper, Hepatitis en Parvo).
Vervolgens wordt er ongeveer 4 weken na deze vaccinatie opnieuw een titerbepaling uitgevoerd om te zien of de pup daadwerkelijk voldoende antilichamen in het bloed heeft en beschermd is tegen de genoemde ziekten.
Na 3 jaar kun je de – inmiddels volwassen hond – nog een keer laten controleren door middel van een titerbepaling, zodat je kunt zien of er op dat moment nog voldoende antistoffen in het lichaam aanwezig zijn. Dit is ook de richtlijn van de WSAVA voor wat betreft de titerbepaling.
Het is wetenschappelijk bewezen dat honden – na een vaccinatie die is aangeslagen – veel langer beschermd zijn dan de aanbevolen richtlijnen van hervaccinatie iedere 3 jaar.
Dr. Richard Ford, hoogleraar Medicijnen, North Carolina State University, zei dat de beslissing om een hervaccinatie schema na 3 jaar aan te bevelen voor de core-vaccins gebaseerd was op een compromis.
“Het is volledig willekeurig, er is geen wetenschap achter de aanbeveling van een hervaccinatie van 3 jaar”.

Beschermingsduur van een vaccinatie
Helaas, wordt vaak gedacht dat als je een hond meer vaccins geeft, hij een betere bescherming zou hebben. Het tegenovergestelde is waar.
Dr. Schultz (een van de bekendste wetenschappers als het gaat om vaccinaties bij huisdieren) startte een onderzoek om de immuniteitsduur te meten om zijn vermoeden te bevestigen – namelijk dat honden langer beschermd zouden zijn. Honden werden blootgesteld aan hondenziekte, adenovirus (infectieuze hepatitis) en parvovirus – na een periode van 1 tot 11 jaar – nadat ze voor de ziektes effectief gevaccineerd waren.
Voorbeeld: Een hond werd als pup tegen hondenziekte, adenovirus en parvovirus gevaccineerd en werd na 11 jaar weer blootgesteld aan de ziektes.
De mening van specialisten m.b.t. infectieziekten van honden is dat al deze vaccins voorzien in een beschermingsduur van vele jaren.
HET RESULTAAT: ELKE HOND NA EEN PERIODE VAN 1 TOT 11 JAAR – WAS (NOG STEEDS) BESCHERMD ALS ZIJ WERDEN BLOOTGESTELD AAN HET VIRUS.
Op basis van dit onderzoek en nog veel meer studies hebben Dr. Schultz en Scott de driejaarlijkse hervaccinatie (elke drie jaar) aanbevolen in plaats van de jaarlijkse hervaccinatie.
Maar onder aan de streep is deze drie jaar gekozen vanwege veiligheid.
Belangrijk om te weten, is dat antilichamen in het lichaam van een hond die vandaag worden gemeten, morgen niet zomaar zijn verdwenen.
Hans van Brussel van NML Health zegt daar het volgende over:
Het is belangrijk om te weten dat honden die antilichamen hebben, ook geheugencellen hebben. Indien het niveau van de antilichamen te laag is en de hond in aanraking komt met een ziekteverwekker, dan maken de geheugencellen onmiddellijk nieuwe antilichamen aan waardoor het dier beschermd is. Antilichamen worden overigens ook aangemaakt indien een hond besmet wordt met een bepaald virus, maar die ziekte zelf overwint.
Dit laatste – het risico dat je hond ziek wordt – wil je natuurlijk te allen tijde voorkomen.
De titerbepaling bij pups
Door te ‘titeren’ kun je ‘meten’ of een hond of in dit geval je pup nog voldoende antistoffen in het lichaam heeft, zodat je weet of je op dat moment moet laten enten.
Belangrijk is om te vermelden dat niet alle vaccinaties kunnen worden getiterd, waaronder bijvoorbeeld o.a. Ziekte van Weil en Kennelhoest.
Daarbij komt dat het vaccineren van zulke jonge honden, in sommige gevallen, niet effectief is. Onderzoek toont aan dat van de jonge pups (6 weken) die gevaccineerd werden tegen parvo, maar 52% beschermd is.
Door een hond te titeren (een druppeltje bloed is al voldoende om te testen) weet je dus precies waar je hond staat, dit start vanaf een leeftijd van circa 6 weken bij een pup.
Mogelijke bijwerkingen door vaccinaties
Naarmate er meer bekend wordt over de mogelijke bijwerkingen van vaccinaties, krijg ik regelmatig e-mail binnen van fokkers die de gevolgen en bijwerkingen van vaccineren zien bij de pups.
Het antwoord wat je krijgt wanneer je een puppy laat inenten kan dus nogal verschillen.
“Ik ben een fokster sinds 1997 en de de laatste 5 jaren heb ik veel problemen met entingen bij mijn pups van 6 weken : diarree met bloed, lusteloos, soms met snot …een ramp… Ze vallen soms een kilo af en moet dan alsnog een antibiotica kuur… Ik wil geen zieke pups. Dus op welke manier kan ik dit het beste aanpakken?”
Ik ben zeer geïnteresseerd in het wel of niet enten van honden, want ik fok Franse Bulldogs en ben me er al langere tijd van bewust dat enten ook grote nadelen heeft. Ben zelfs een pup verloren een dag na het enten.
Bovenstaande kun je inmiddels vanwege nieuwe technieken vrij eenvoudig voorkomen of in ieder geval het aantal keer enten van jouw pup minimaliseren, zodat je niet onnodig aan het vaccineren bent en dus bijwerkingen kunt voorkomen/minimaliseren.
70% van de hondeneigenaar laat hun hond te vaak vaccineren
Inentingen van pups en de kosten
De kosten voor inentingen puppy’s kunnen aardig uiteen lopen omdat de meeste dierenartsen een andere prijs hanteren voor vaccineren. Daarbij verschilt het ook nog eens of je als fokker meerdere puppys laat vaccineren of dat je als hondeneigenaar met 1 pup komt.
Daarom hebben we hier een artikel over geschreven wat de prijs range is voor een titerbepaling en wat de prijzen zijn voor het inenten van pups. Dus als je wilt weten wat de kosten zijn voor inentingen van pups.
Inentingen pup schema
Veel vragen zijn er ook of er een inentingen schema is voor pups of puppykopers. Daarom hebben wij een schema voor je opgesteld (algemene richtlijnen) die je zowel voor pups als voor oudere honden kunt gebruiken. Dit vaccinatie schema laat je zien wanneer je dient te titeren en wanneer je dient te vaccineren.
Meer over het inentingen pup schema vind je hier.
Bronnen:
- WSAVA-Vaccination-Guidelines-2015-Full-Version.pdf
- Nationale-Fokkerijcommissie-vaccinatie-en-titerbepaling-beleid-oa-pups-nieuwsbrief_nl_03_20181.pdf
- Vaccinatie-beschermingsduur-dr.-Schultz.pdf